Merk je dat je kind vaak boos is, veel ruzies maakt of slecht luistert? Dit kan als ouder verontrustend zijn. Het is goed om te weten dat dit gedrag vaak hoort bij het opgroeien. Ook is het belangrijk om het verschil tussen normaal gedrag en gedragsproblemen te begrijpen.
Normaal gedrag bij het opgroeien
Gedrag dat je misschien als storend ervaart, kan heel gewoon zijn tijdens het opgroeien. Kinderen krijgen op elke leeftijd te maken met nieuwe uitdagingen. Peutertjes kunnen bijvoorbeeld koppig zijn of driftbuien hebben. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd zijn conflicten tussen klasgenoten juist leerzaam. Tijdens de puberteit stellen jongeren zich vaak af tegen volwassenen.
Alle kinderen zetten dezelfde stappen in hun ontwikkeling. Wat je kind leert in een bepaalde fase helpt ze bij het leren daarna. Het is normaal dat kinderen op verschillende leeftijden dingen leren, sommige eerder en anderen later.
Heb je vragen over de ontwikkeling van je kind? Neem contact op met het consultatiebureau of de huisarts.
Wanneer is het gedrag problematisch?
Als ouder is het begrijpelijk dat je je zorgen maakt als het boze of driftige gedrag van je kind negatieve gevolgen heeft voor henzelf of de omgeving. Stel jezelf en anderen de volgende vragen:
- Heeft je kind last van het gedrag bij het leren op school?
- Heeft het invloed op hoe je kind leert om te gaan met emoties?
- Is het moeilijk voor je kind om vrienden te maken of vriendschappen te onderhouden?
Beantwoord je minstens één van deze vragen met 'ja'? Bekijk dan hoe lang het gedrag al aanhoudt. Duurt dit al minstens twee maanden? Dan is er misschien sprake van een gedragsprobleem.
Wat kan een oorzaak zijn?
Gedragsproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben, afhankelijk van de leeftijd van je kind. Voorbeelden zijn een negatieve reactie tussen ouder en kind, stress op school of de invloed van leeftijdsgenoten.
Wanneer is er sprake van een gedragsstoornis?
Gaat het om ernstige gedragsproblemen? Dan is het belangrijk om te onderzoeken of er een aandoening, zoals ADHD of autisme, of een gedragsstoornis aanwezig is. Er kan sprake zijn van een gedragsstoornis als je kind vaak regels overtreedt, zoals stelen, vernielen of geweld gebruiken.
Neem contact op met je huisarts of een hulpverlener in de buurt om te bespreken of onderzoek en behandeling nodig zijn.
© Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht, 2024