Angst komt bij elk kind voor. Het is een normaal onderdeel van hun ontwikkeling. Kinderen leren omgaan met angsten en groeien er vaak overheen. Maar als de angst aanhoudt, te heftig is of het dagelijks leven verstoort, kan dit een probleem betekenen.
Normale angst
Normale angsten zijn juist heel gebruikelijk. Jonge kinderen zijn bijvoorbeeld vaak bang in het donker of voor monsters. Voor oudere kinderen is angst aanwezig bij gevaar, zoals in het verkeer of bij spelletjes. Bij jongeren komt angst vaak door wat leeftijdsgenoten denken. Ze kunnen bang zijn voor uitlachen of zich zorgen maken over natuurrampen en oorlog. Dit zijn normale angsten. Hoe je als ouder reageert op deze angsten is belangrijk voor je kind.
Problematische angst
Soms kunnen angsten een probleem worden voor je kind als het er last van heeft in het dagelijks leven. Als je kind bijvoorbeeld bang is om naar school te gaan, kan dat problematisch zijn. Angsten kunnen dan uitbreiden naar andere situaties, zoals niet meer alleen naar buiten durven. Dit kan duiden op een angststoornis.
Kinderen die zich eenzaam voelen, kunnen ook sneller denken aan zelfdoding. Als je bang bent dat dit bij jouw kind speelt, zoek dan hulp.
Herkennen van problematische angst
Wil je weten of je kind echte angstproblemen heeft? Let op het volgende:
- De angst blijft, terwijl de reden al weg is. Bijvoorbeeld als je kind nog steeds bang is voor een ongevaarlijke hond die al lang weg is.
- Je kind is in meerdere situaties angstig, en wil bijvoorbeeld niet naar school of naar vrienden.
- Door de angst kunnen jullie als gezin minder alledaagse activiteiten doen, zoals naar de bioscoop of de dierentuin gaan.
- Je kind is angstig voor dingen die niet echt gevaarlijk zijn, zoals vieze dingen of drukke plekken.
Als je denkt dat deze angst het dagelijks leven van je kind beïnvloedt, vraag om hulp, zelfs als je twijfelt. Bespreek het bijvoorbeeld met een huisarts. Zij kunnen adviseren of doorverwijzen naar een specialist.
© Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht, 2024