Tijdens de jl. BOTS (benen op tafel sessie) voor de ondernemers uit Terwolde bleken een tweetal zaken zonneklaar. Van de bijna tweehonderd ondernemers uit Terwolde en haar buitengebied bleken slechts enkelen interesse te hebben voor gezamenlijk overleg, maar diegenen die wel op het appél waren, waren zeer eensgezind in hun poging om zoveel mogelijk samen te werken. Die wens om meer samen op te trekken gaat niet alleen in de richting van samen met collega ondernemers hun gezamenlijke specifieke problemen aan te pakken, maar ook om samen met de hele gemeenschap (bewoners zowel als verenigingen) de samenleving op te trekken.
Onder leiding van de mensen van organisator Dorpsbelangen, met als dagvoorzitter Gerard Leenders waren alle aanwezigen dat het voor een betrekkelijk kleine gemeenschap van levensbelang is om samen de leefbaarheid te vergroten. Of dat nu het onderwerp van behoud en zo mogelijk uitbreiding van middenstandsbedrijven betreft, het samen organiseren van sportieve of culturele evenementen blijft om het even. Om het dorp leefbaar te houden is actie nodig. Niet alleen maar commerciële actie en ook niet enkel evenementen voor het leuk, nee actie in de volle breedte van de samenleving.
Om dat verder uit te diepen zullen de ondernemers aanschuiven bij een volgende BOTS met vertegenwoordigers van alle verenigingen, om samen te proberen tot actieplannen te komen.
Vooruitlopend daarop stelden de ondernemers unaniem dat het zorgelijk is dat er momenteel door verschillende oorzaken zoveel (grote) bedrijfspanden leeg staan. De indruk is ontstaan dat ambtenaren en politici van de gemeente Voorst op zijn zachtst gezegd zich niet erg inspannen voor herbestemmingen van bedrijfspanden. De indruk ontstaat steeds meer dat de gemeente bij creatief meedenken over bedrijfsvestigingen of herbestemmingen vooral aan de eigen belangen denkt, bijvoorbeeld het vestigen van bedrijven in Twello in plaats van in de dorpen. Dat daarmee de leefbaarheid in die dorpen onder druk komt te staan blijken nogal wat mensen uit voorgaande beroepsgroepen zich niet te realiseren.
Eenzelfde probleem doet zich voor bij het woningbouwbeleid. Starters en sociale woningen zijn in Terwolde (lees de kleine kernen) kennelijk niet welkom. Bouwplannen zijn voor het overgrote deel gericht op gegadigden met veel geld, terwijl de jeugd uit het dorp die ter plaatse wil blijven wonen, leven en werken, voor schier onmogelijke problemen wordt gezet. Ook hier wordt onder financiële dwang veel jongeren naar Twello of de omringende steden gedirigeerd. Een bijzonder slechte zaak voor het behoud van de leefbaarheid in de dorpen, vonden alle aanwezige ondernemers.
Er was natuurlijk ook een stevig tegengeluid te horen: Bijna alle Terwoldenaren laten het afweten als er in het eigen dorp een leuke (commerciële) happening wordt georganiseerd. Als zo weinig inwoners meedoen met activiteiten en zoveel inwoners hun inkopen en diensten elders halen, dan roept de gemeenschap de totale leegloop van het winkelbestand natuurlijk over zichzelf af. Misschien dat inderdaad een verdergaande samenwerking tussen alle partijen in dat opzicht het tij nog tijdig kan keren.