Op maandag 30 september vormde Pampus het decor van het eerste Zodusfest. Het eerste Kennisfestival dat Zodus organiseert stond in het teken van samenwerken, bereiken en financiën.
De knalrode Zodusletters sieren de parkeerplaats van het terrein dat in het weekend de plek is van en voor uitgaande jongeren. Een circustent en een pipowagen staan op het terrein. De schuur heet nu de Beweging, het café de Energie en de tuin is de Verwondering. Meer dan 140 professionals en vrijwilligers uit de gemeente Voorst komen voor een middag vol workshops, ontmoetingen en een hilarische quiz.
De aftrap van het Zodusfest blijkt een tikkie anders dan anders. “De makers van de dorpsquiz in Wilp - van de 700 inwoners deden er 900 mee! - maakten een miniversie voor de Zodusfestgangers. Dus berg je maar,” zo grapt de dagvoorzitter. In twee minuten vormen zich veertien teams die in een half uur allerlei opdrachten moeten volbrengen. En dat gaat er fanatiek aan toe. Bij de vertoning van een film over de geschiedenis van Pampus is het doodstil. Iedereen schrijft driftig mee. “Nog één en dan hebben we kwartet,” roept een dame in het voorbijgaan, onderwijl met een setje kaarten zwaaiend. Bij het onderdeel ‘zoveel mogelijk woorden raden in een halve minuut’ wordt gesteggeld over de puntentelling en er wordt veel en hard gelachen Het half uur is zo om en blijkt een vliegende start. De sfeer zit er goed in, er zijn nieuwe contacten gelegd en de kennis over Voorst heeft een boost gekregen.
Workshops en sprekers
Na de quiz volgt de eerste workshopronde. Een volle zaal met medewerkers van onder meer de gemeente, woningcorporaties, de bibliotheek, de rotary en het zwembad is klaar voor de lezing van Pieter Hilhorst. Onder het mom van ‘Wat kunnen we leren van criminelen,’ legt Hilhorst uit hoe je bijvoorbeeld mensen met geldnood kunt signaleren en ontvankelijk maken voor het aanvaarden van hulp. “Timing is belangrijk. Je moet mensen grijpen op het moment dat ze kwetsbaar zijn. Zo stuurde de gemeente Amsterdam na het oppakken van een jongere binnen 24 uur een medewerker langs bij het gezin om hulp aan te bieden. “Net na een crisis blijken mensen wel ontvankelijk.” Hilhorst schetst ook hoeveel organisaties signalen van financiële nood krijgen, maar hoe al die partijen daar niets mee doen. “Pas als het heel erg is, voelen we ons daartoe geroepen.” Hoe komt dat? Al die partijen hebben een andere kerntaak dan de nood signaleren en daarin hulp aanbieden. Zonde, want in Nederland wordt relatief veel geld uitgegeven als problemen al helemaal uit de hand zijn gelopen, terwijl er met kleinere inspanningen en meer samenwerking veel groot leed bespaard kan worden. Het helpt als partijen rondom een probleem met elkaar samenwerken. En dat “professionals de ruimte krijgen om dingen te doen die niet bij hun verantwoordelijkheid horen, maar die een cliënt wel enorm helpen.”
In de circustent, ofwel de Beweging, spelen de deelnemers van de Krachtige Kernenworkshop een spel. Zo kijken de deelnemers hoe er samengewerkt wordt in het dorp, maar ook hoe de communicatie onderling verloopt. Gerrit Kroes: “Zorg dat je altijd open en transparant blijft en betrek iedereen er bij. Zorg dat je geen achterkamertjespolitiek krijgt. Dat werkt altijd het beste.” En hoe zorg je dat het praten ook daadwerkelijk doen wordt? Guus Kroes: “Door een actieplan op te stellen en daadwerkelijk de acties uit te voeren.”
In de Praktijk ontwikkelen deelnemers in groepjes cursussen waarmee laaggeletterden bereikt kunnen worden. Op basis van vier profielen bedenken ze een aanbod dat aansluit bij de leefwereld van de doelgroep. Deze cursussen dienen als een opstapje naar een cursus basisvaardigheden Nederlands. Het idee is eigenlijk doodsimpel: bied een cursus aan die past bij de leervraag van de doelgroep. Een cursus Whatsappen voor ouderen passeert de revue. Maar ook een cursus ‘Huttendorpen bouwen’ voor laaggeletterde ouders. Hiervoor zijn vaardigheden nodig als het berekenen van het aantal kuub hout dat nodig is, vrijwilligers werven, inschrijfformulieren opstellen, stukjes schrijven voor de lokale krant etc. Tijdens de cursus kan je observeren welke ouders moeite hebben met bepaalde vaardigheden. “Met hen ga je in gesprek en verwijs je eventueel door,” zo legt Marian Janssen de Goede van Zet een punt uit. “Dit werkt supergoed. Nog mooier is het als je gebruik kan maken van bestaande succesvolle netwerken of cursussen.” Op 14 november komt er een verdiepende workshop over dit onderwerp. Klik hier voor meer informatie.
In de pauze vinden het fruit en de nootjes gretig aftrek. Een enkeling discussieert met elkaar over de goede antwoorden van de dorpsquiz. Bij de marktplaats bieden organisaties hun hulp aan anderen aan of hangen ze een briefje op met de hulp die ze zoeken.
Tijdens de tweede ronde verhaalt de Leefbaarheidsalliantie over het vinden en binden van vrijwilligers. Want zij spelen een belangrijke rol bij verschillende organisaties. Maar hoe vind je én behoud je ze? Het aantal vrijwilligers blijft stabiel, maar het aantal uren per persoon daalt. Daarom zijn organisaties op zoek naar De Nieuwe Vrijwilliger. Deze werkt projectmatig, wil graag leren én wil het werk leuk vinden. Hans de Haan uit Wilp Achterhoek geeft aan: “We schrijven werfteksten tegenwoordig op een andere manier. We beschrijven vooral wat het werk de vrijwilliger oplevert wanneer ze bij ons vrijwilliger zijn. En wat ze bij ons kunnen leren.”
De creatieve makers van Buutvrij for Life delen op welke wijze zij campagnes bedenken die aansluiten bij de doelgroepen en een sympathiek gevoel opwekken. Op het snijvlak van de culturele waarheid, de productwaarheid en de consumentenwaarheid zit de ‘sweetspot’. Als je je doelgroep daar weet te triggeren, zit je goed. Voorbeeldje helpt het verhaal beter te begrijpen: Miele wil een jongere doelgroep bereiken. Ga er maar aan staan. Want de prijs van een Miele past niet bij de portemonee van de doelgroep. Wat dan wel? Sympathie opwekken voor je merk. Verplaats je naar daar waar de jongeren zijn: op een festival als Lowlands. Douchen en schone kleren zijn schaars tijdens een festival. Hoe fijn als je niet dat vieze hokje in hoeft waar net 250 andere mensen hebben gedoucht. Buutvrij bedacht een immense wasmachine waarin een heuse schuimparty plaatsvond. Ondertussen werden je kleren gewassen en gestreken zodat je helemaal schoon weer van de party vertrok. Zorgde voor een enorme buzz op social media en een veel positievere waardering voor Miele. De vraag uit het publiek van “Hoe kunnen we dit concept vertalen naar een probleem rond eenzaamheid,” bleek niet zo eenvoudig te beantwoorden en werd voer voor bij de borrel.
Bij de workshop fondsenwerving is de zaal vol. Iris van Irsel vertelt een inspirerend verhaal over de wereld van het fondsenwerven. Op vragen als ‘hoe spring je eruit bij een subsidieaanvraag?’ en ‘welke strategie kun je daarbij gebruiken?’ geeft ze antwoord. Tijdens de sessie dienen vervolgvragen zich direct aan : ‘Is het haalbaar om als dorp of gemeente gezamenlijk een aanvraag te doen? En hoe doen we dat?” Genoeg vragen voor de verdiepende workshops die Iris gaat geven. Klik hier voor meer informatie over de workshops.
Wie even geen workshop wilde volgen, kon in de theaterwagen kijken naar de docu ‘Je kan altijd bij me komen,’ over de brugfiguren die op Gentse basisscholen de kloof tussen ouders en leerkrachten dichten.
Tijdens de afsluiting blijkt Team Let’s stick together de winnaar van de quiz en daarmee van een zeldzame Zodusbeker. Tijdens de borrel is de stemming positief: “Heerlijke hapjes.” Maar vooral klinken er complimenten voor de quiz, de sfeer en de ontmoetingen. Of de gemeente Voorst weer een stapje verder is? “Ja,” zo verwoordt een deelnemer: “Het is goed dat er zo veel mensen op dit evenement afkomen die elkaar ontmoeten en met elkaar de mensen centraal stellen.”